Yvet
Yvet (29 jaar) was beleidsmedewerker voor een politieke partij toen ze in Amsterdam tegen een fietser aanliep. Een bloeding in haar linkerhersenhelft maakte een einde aan haar plannen. Ze was klaar voor een nieuwe stap in haar carrière. In plaats daarvan volgde een jaar revalidatie. Via een maatschappelijk werker kwam ze op het spoor van Brains4U. Van februari 2014 tot januari 2015 volgde ze met vijf andere jongeren met NAH het reïntegratieprogramma. “Mijn motivatie is veel groter dan mijn energie. Dat is bij vlagen heel frustrerend. En ik wil niet anders zijn, ik wil gewoon zijn. Maar ik vergelijk mezelf nu niet meer met eerst. Ik heb in het reïntegratietraject geleerd te kijken naar wat ik wél kan. Brains4U heeft me daar enorm in bevestigd. En: ik heb een baan op mijn niveau!”
Yvet, 29 jaar: “Mijn hersenen uitdagen en tegelijk niet te veel willen… het is een evenwichtskunst”
Yvet was beleidsmedewerker bij een politieke partij toen ze in Amsterdam tegen een fietser aanliep. Een bloeding in haar linkerhersenhelft maakte een einde aan haar plannen. Hoe ging ze verder en hoe gaat het nu?
“Tijdens mijn middelbare schooltijd wist ik: ik wil iets met dolfijnen doen. Ik had onderzocht dat ik daarvoor marinebiologie moest studeren, de biologie van het zeeleven. Ik was 18 jaar toen ik daarvoor naar de universiteit van Groningen ging. Ik ontdekte er vrij snel dat ik geen dieren in gevangenschap wilde bestuderen. Na drie jaar bachelor besloot ik: ‘Ik ga een jaar reizen en dan denk ik na over mijn vervolgstudie’.”
De hei lonkte
“Acht maanden lang trok ik met een rugzak door Azië, Australië en Nieuw Zeeland. In het begin had ik veel heimwee, maar uiteindelijk kwam ik in een ritme. In Nieuw Zeeland vond ik de master die ik wilde doen als ik weer in Nederland zou zijn: Duurzame ontwikkeling. Na die twee jaar aan de universiteit kwam ik een vacature tegen voor beleidsmedewerker bij een politieke partij in de Tweede Kamer. Een partij waar ik me helemaal in kon vinden. Ik had nooit verwacht dat ik in de politiek terecht zou komen, maar het klopte wel met wat ik belangrijk vond en hoe ik in het leven stond. Na twee jaar ben ik overgegaan naar een gemeenteraadsfractie, voor dezelfde partij, zodat ik minder avonden van huis was.
Op 31 januari 2013, ik was toen 27, ging ik voor een werkafspraak naar Amsterdam. Ik was aan de vroege kant en was nog even een winkel ingelopen. Daarna ben ik het Damrak overgestoken en heb ik een fietser over het hoofd gezien. De fietser is bij me gebleven en heeft de ambulance gebeld. Ik werd opgenomen op de intensive care. Diagnose: epiduraal hematoom, een bloeding in mijn linkerhersenhelft. Ik ben een week in het ziekenhuis geweest, maar van de eerste vier dagen na het ongeval herinner ik me niks meer. Eigenlijk pas tijdens het intakegesprek bij het revalidatiecentrum drong tot me door: ‘Hé wacht, dit is geen droom’.
Ik woonde in Den Haag en had geen relatie. Het eerste half jaar na het ongeval heb ik bij mijn ouders in het Gooi gelogeerd. Ik lag er hele dagen op de bank. De hei lonkte, 10 minuten vanaf het huis van mijn ouders, maar ik haalde te voet net de hoek van de straat. Ik werd doorverwezen naar revalidatiecentrum De Trappenberg en begon met het revalidatieprogramma van drie dagen per week om me voor te bereiden op het weer zelfstandig wonen. Na een half jaar lukte het om weer naar mijn eigen huis te gaan en ging mijn behandeling over naar Sophia Revalidatie. De behandeling liep tot september 2014; het reïntegratietraject is in februari 2014 gestart.
Werk is voor mij heel belangrijk. Al die tijd was ik al stiekem aan het werk. Ik besefte in het begin helemaal niet wat er precies met me aan de hand was. Dat heeft veel tijd gekost. Bij mijn ouders bekeek ik elke dag een kwartiertje mijn e-mails. Dat lukte niet goed en ik moest ook een ooglapje op omdat ik na het ongeluk dubbel ben gaan zien, en ik volgde met mijn vinger de regels op het scherm om te kunnen lezen. Daarom draag ik nu een bril met een prisma zodat ik weer enkel beeld zie.”
Langetermijnoplossing
“Ik dwong mezelf om bij te blijven zodat ik mijn collega’s als ze op bezoek kwamen, vragen kon stellen over wat er speelde op het werk. Ik bouwde het langzaam uit van dat kwartiertje naar drie dagen per week drie uur. We kwamen erachter dat het geen langetermijnoplossing voor mij was. Ik kon dat werk niet meer aan. De politiek is heel veranderlijk. Er is altijd nieuws en er is steeds iets dat om een reactie vraagt. Dus ik moest veel kunnen lezen en snel goed beargumenteerde stukken kunnen maken. Het is ook een hele drukke werklocatie met telefoons die rinkelen, mensen die binnenlopen. Dat vond ik lastig. Diezelfde tijd bracht de maatschappelijk werker van Sophia Revalidatie me in contact met het reïntegratietraject, Brains4U. Ze zei: ‘Ik denk dat jij daar een kandidaat voor kan zijn’.
Mijn werkgever was ook enthousiast over het Brains4U-programma. Ik heb heel erg met haar geboft; ze gunde me dat ik zo goed mogelijk zou herstellen en legde mij geen druk op. Ik heb mijn contract, dat tot de verkiezingen liep, afgemaakt en ben toen begonnen met gesprekken bij Brains4U. In mei startte de training. In een groepje van 6 jongeren met NAH werkten we aan het ontdekken van: wat wil ik en wat kan ik? Hoe praat ik over wat ik heb? Hoe open ben ik hierover tegen mijn werkgever? We maakten een goede elevator pitch om nieuw werk te vinden. We deden onderzoek naar onze talenten en naar mensen die mij aan een nieuwe werkplek zouden kunnen helpen.
Een paar weken na de start van de training heb ik mijn eerste werkervaringsplek gevonden. Bij een eenmansbedrijf bij station Hollands Spoor. Het ging om statistische analyses. Dat bleek veel te ingewikkeld en heel erg vermoeiend. Na een maand heb ik gezegd: ‘Dit werk is te zwaar, mag ik wat lichter beginnen?’ Toen heb ik voor deze ondernemer een e-book geconverteerd en mooi opgemaakt. Dat ging goed, maar het was niet waar ik op de lange termijn mee bezig wil zijn. Ik wil echt iets doen in mijn richting. In overleg met mijn reïntegratiecoach belde ik toen de regionale Dierenbescherming, die ik in mijn werk had leren kennen: ‘Ik zoek een werkervaringsplek’. En ik mocht komen. Ik heb er websitewerk gedaan, teksten herschreven etc. Dat werk kon ik steeds een beetje uitbreiden. De reïntegratiecoach ondersteunende mijn werkgever en mij geregeld in het vinden van een werkbare opbouw van mijn werkuren en taken.
Al die tijd moest ik solliciteren van het UWV en een van de sollicitaties is mijn huidige baan geworden bij een landelijke maatschappelijke organisatie op het gebied van natuur en milieu. Ze hadden een vacature voor een parttimer: inhoudelijk medewerker Omgevingswet. En het mooie is: met het omgevingsrecht had ik op landelijk en op gemeentelijk niveau al ervaring. Tijdens het tweede gesprek heb ik verteld dat ik hersenletsel heb, maar dat het geen probleem zou hoeven zijn als ik mijn uren zou kunnen verdelen. Nu kan ik me vanuit deze organisatie inzetten om te zorgen dat nieuw overheidsbeleid voldoende bescherming biedt voor natuur- en milieubelangen. Een baan waarin ik eraan kan bijdragen dat Nederland hopelijk straks een beetje mooier is.”
Bittere pil
“Na het ongeluk moet ik er vooral rekening mee houden dat mijn energie beperkt is. Ik werk nu bijna 19 uur per week en dat is echt het maximale. Ik ben elke avond thuis. Dat is een groot verschil. Ik moet zorgen voor een rustige, overzichtelijke werkplek, en elk uur even weg van mijn computer. De afgelopen tijd heb ik ook vergaderingen bijgewoond in de Tweede Kamer, maar dat kan ik echt niet lang volgen. Die vergaderingen duren lang, mensen komen afwisselend aan het woord en er komt veel informatie voorbij. Ik kan niet meer tegen drukke omgevingen, ook geen restaurants bijvoorbeeld.
Dus ik moet veel rust nemen tussendoor en in de avonden heb ik geen puf meer om iets te ondernemen. Mijn motivatie en betrokkenheid is nog hetzelfde, dus dat is bij momenten enorm frustrerend. Mijn plan was om voor het Europees Parlement te gaan werken. Het is een bittere pil geweest dat dat door het ongeluk niet meer doorging. En nog steeds.
Ik ben enorm blij met deze baan, maar in juni 2016 verloopt mijn contract. ’s Nachts als ik soms niet kan slapen, pieker ik wel over wat voor werk ik straks weer moet vinden. Waar ik mezelf in kwijt kan, en waar ik geld mee verdien. Het plan is nu eerst dat ik weer ga reizen. Ik ga naar Schotland om te oefenen met backpacken, voor het eerst weer alleen. Eens zien of ik het aandurf om over een tijdje echt een jaar lang van huis te gaan. Oordoppen en oogmasker gaan mee! En verder een telefoon waar plattegronden, timers, agenda etc. in staan. Maar anders ga ik weer solliciteren en hoop ik een baan te vinden in een organisatie met idealen waar ik achter sta.”
Luisteren naar mijn lichaam
“Ik heb erg veel aan Brains4U gehad, want ik had aan het begin van dat jaarprogramma niet durven hopen dat ik nu werk doe op dit niveau voor bijna 19 uur per week in Amsterdam! Wat me heel erg heeft geholpen is het ontmoeten van anderen met NAH die net als ik aan het begin van hun carrière staan en daar graag weer wat van willen maken. Dat was erg fijn. Ik werd in dit programma ook gedwongen om na te denken hoe ik met mijn NAH wilde omgaan. Want ik vond het heel lastig in het begin om eerlijk te vertellen over wat ik had. Omdat ik niet anders wil zijn, maar gewoon wil zijn. Bij vlagen voelde ik me erg gehandicapt: ik was zo beperkt in hoe ik mijn leven kon vormgeven in vergelijking met hoe ik dat ervoor deed. Ik vergeleek dat, en zag in het begin vooral wat ik níet kon. Ik heb in het reïntegratietraject geleerd te kijken naar wat ik wél kan. En om goed naar mijn lichaam te luisteren en daarnaar te handelen. Dat was in het begin heel moeilijk voor mij, maar dat lukt me steeds beter.
Daarnaast heb ik veel gehad aan de oefening in gespreksvoering met potentiële werkgevers. Hoe kan ik mijn talenten en mogelijkheden omzetten in concrete dingen die voor de werkgever interessant zijn? Hoe kan je het zo vertellen dat die denkt: ‘Als je dat zoekt, dan heb ik daar wel een plekje voor’.
Ik heb dat geleerd. De werkervaringsplekken waren erg verrijkend; hierdoor ontdekte ik wat ik aankan. In een wekelijks gesprek werd ik gecoacht, één op één. Ik werkte aan een goed CV, oefende sollicitatiegesprekken, formuleringen die niet afschrikken. We bekeken hoe ik netwerkte, bespraken brieven die ik had geschreven enzovoort. Voor mij was dat een hele goede stok achter de deur om een echte en passende baan te vinden.”
Zelfbeeld
“In mijn eerste maand heb ik op adrenaline geleefd. ‘Dit gaat geweldig en ik kan straks weer 40 uur werken’, dacht ik. Maar na maand twee kwam ik erachter dat dat toch niet het geval was. Dat is ook mijn grootste valkuil, dat ik denk: ‘Het gaat zo goed, ik ben weer genezen’. Het is een evenwichtsoefening om je hersenen genoeg uitdaging te bieden, maar niet te veel uitdaging want dat kunnen de hersencellen niet opbrengen. Als ik duizelig word of hoofdpijn krijg en als ik slechter uit mijn woorden kom, weet ik dat ik te ver ben gegaan. Ik kan dan ook heel emotioneel worden, heel erg verdrietig en geïrriteerd. Veel slapen is dan het enige dat helpt.
Mijn grootste succes is toch het verkrijgen van deze baan. Want het UWV had eerder gezegd: ‘Werk maar niet meer op je oude niveau, want dat kost je veel energie’. En dit is wel op mijn oude niveau en ik houd het ook vol. Voordat ik deze baan had, voelde ik me soms erg onzeker en ongelukkig, terwijl dat helemaal niet nodig was. Ik weet wel dat werk voor mij heel erg belangrijk is om mij te bevestigen in wat ik kan. En dat ik nuttig ben en een plek heb in de maatschappij. Mijn zelfbeeld heb ik nu weer een heel stuk herwonnen!
Onzekerheid blijft er. Niet alleen financieel, maar ook over of ik leuke banen kan blijven vinden, en hoe het gaat, mocht ik later een gezin willen. Kan ik dat dan aan? Dat soort vragen heb ik nog wel. Mijn droom is dat ik uiteindelijk een brief naar het UWV schrijf: hou de uitkering maar, want die heb ik niet meer nodig.”